Het Laatste Onderzoek

2011 / 18 maart : DETLEVSKI

In september heb ik vrijwillig meegedaan aan een wetenschappelijk onderzoek van de Marine samen met het AMC. Dat was een onderzoek naar het onstaan van bellen, altijd interessant zou je zeggen. De Full Monty, bloed-, urine, longcapaciteit en een submaximaal test.

Ik was daar doorheen toen de dame die zich met de analyse van de diverse lichaamssappen bezig hield mij vertelde dat er sporen bloed in mijn urine waren gevonden en dat ik daar echt naar moest laten kijken. De dokter in kwestie keek me bij de conclusie van het onderzoek ook nog eens bezorgd aan met zijn kille doktersogen en zou een verwijsbrief schrijven voor verder onderzoek. Het drong nog niet helemaal goed door, ik was aardig geobsedeerd door zijn harige onderarmen en vroeg me af waarom doktoren vaak zo behaard waren.

Het was vrijdag, ik verliet de buik van het AMC als terminaal mens. Dat dacht ik tenminste, de eerstvolgende dagen werd ik alsmaar wakker in de vaste overtuiging dat mijn dagen hier op het ondermaanse geteld waren. In de loop van 7 maanden zijn er 3 maal onderzoeken geweest, die keer op keer negatief waren, wat in dit geval betekent dat negatief nieuws goed nieuws is. Vrijdag was ik bij de huisarts langs geweest voor deze laatste test en "all was well", nieuwsgierig als ik ben tuur ik natuurlijk mee met de onderzoeksresultaten en zie ergens een plusje staan. Het overzicht gaf de variabele aan met de min en max waarden waarbinnen het resultaat zou moeten staan, ik lees mee en zie staan leukocyten < 25. Dus die waarde moest onder de 25 zijn en ik zag mijn waarde van 500 (20 keer zoveel staan) en vroeg aan haar wat ik daar zag en of ik dat nu goed begreep.

Ze schrok een beetje en zei, dat is wel hoog ja en ging verder met de vraag of ik ergens last van had, Nou nee, maar ik keek of die waardes bij de vorige uitslagen ook al zo hoog waren, ja dus. Ik dacht dat dit "gezeik" nu voorbij was, kom ik alleen maar in een nieuwe fase. De huisarts had dit dus tot drie maal toe over het hoofd gezien. Zij zou contact met de uroloog opnemen en mij 's middags terugbellen. Het AMC wilde men mij wel graag even zien, wat gezien de cijfers die ik heb gezien een wisse en vooral spoedige dood betekent. Voorzichtig vroeg ik hoe lang de wachtlijsten waren, ik wilde erg graag van alle onzekerheid verlost worden. Daar wilden ze geen uitspraken over doen,  het ene onderzoek zou lang duren en het andere wat korter.

Ik was nog geen uur thuis of werd al gebeld of ik vrijdag kon komen, ik was niet zo zeer blij dat ik zo snel onderzocht kon worden, maar vooral bezorgd dat men mij zo snel wilde zien, dat moest wel heel ernstig zijn.

Vandaag was ik aan de beurt en er is geen sprake van leukocyten en ik heb zeer vervelende onderzoeken gehad, met als onbetwist hoogtepunt de Cystoscopie. Natuurlijk werd me eerst de hemd van het lijf gevraagd, kwalen in de familie, drankgebruik, rookt meneer, heeft meneer met chemicaliën gewerkt (15 jaar) en ooit drugs gebruikt. Ehh, ja ... Ooh en wat ik als ik vragen mag ? Alles ... zei hij glimlachend. Ook heroïne ? Nee, wel opium, dat is ook lekker. In ieder geval ben ik eerlijk geweest.

Echoscopie van nieren en blaas, allemaal was prima in orde, ondertussen stond ik op ploffen, ik wist niet zeker of ik nu wel of niet veel of weinig moest drinken, ik moest een aantal uren voor het onderzoek niet plassen. En dat duurde maar. De jonge arts, of co-assistent had tijdens het gesprek gehoord dat ik als hobby dook en vertelde dat hij ook net begonnen was. Ik denk voornamelijk om mijn gedachten af te leiden van de volgende attractie, de Cystoscopie ... Hoewel ik meestal spraakzaam wordt bij het onderwerp duiken, werd ik steeds stiller toen ik de volgende kamer werd binnengevoerd. Daar stond een soort van tandartsstoel, wel een vreemde trouwens, met van die beenbeugels ... ? De co-assistant begon weer over duiken te blaten. Als meneer hier even gaat zitten, ja de benen kunnen in de beugels... Hoe diep duikt u meestal en probeerde koortsachtig het gesprek en vooral de afleiding op gang te houden, wat een toestand en ogen die zoeken naar het ding, dat ding dat er in moet.

Het was geen pretje, maar het viel mee, mijn blaas zag er ook pico bello uit en ik kon nog meekijken ook. Mijn ondermaanse bestaan duurt nog wat voort en daar ben ik erg blij om, ik had wel gewenst dat ik nooit aan dat onderzoek had meegedaan. De reden dat ik zo snel moest komen had niets met mijn situatie te maken, er was een inloopspreekuur en toevallig kon ik daar tussen in sneaken. Ze moesten hard lachen toen ik vertelde wat mijn interpretatie van de korte termijn van deze afspraak was.

Er is nog wat tijd over.

 

DETLEVSKI